Plan: | Intratuin IJsselstein |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0331.01Intratuin-VG01 |
Om enerzijds de kwaliteiten van het landelijk gebied van Lopik te waarborgen en anderzijds de ruimtelijke ontwikkelingen in het buitengebied een plaats te geven, is sturing nodig: welke ontwikkelingen zijn gewenst en welke ontwikkelingen moeten worden tegengegaan.
In het bestemmingsplan Landelijk Gebied, vastgesteld d.d. 12 juni 2007 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten d.d. 12 februari 2008, is een beleid geformuleerd dat aan deze sturing vorm geeft door de aanwezige kwaliteiten van het plangebied voldoende te beschermen, maar met de nodige flexibiliteit om toekomstige ontwikkelingen mogelijk te maken.
Zone 2 primair agrarisch gebied, grootschalig
Het onderhavige plangebied is in het bestemmingsplan aangemerkt als 'Zone 2, primair agrarisch gebied, grootschalig'. Deze zone betreft de komgebieden van de omgeving van Benschop. Deze zone wordt gekenmerkt door grondgebonden landbouw in een open landschap dat plaatselijk is verdicht met enkele fruitboomgaarden en opgaande beplanting. Het toekomstperspectief is gericht op de grondgebonden landbouw. De ontwateringssituatie maakt meerdere vormen van grondgebonden landbouw mogelijk. De productieomstandigheden voor de melkveehouderij zijn goed. Voor de fruitteelt, die hier van oorsprong in veel grotere omvang voorkwam, zijn de kavels te smal. Wel biedt zone 2 mogelijkheden voor grootschaligere vormen van recreatie, met name in relatie tot vrijkomende agrarische bebouwing. Ook kan in deze zone gedacht worden aan kwaliteitsverbetering door het realiseren van nieuwe buitenplaatsen en de aanleg van groenelementen. Het beleid in zone 2 is, met het oog op deze perspectieven, gericht op:
Het onderhavig bestemmingsplan herziet gedeeltelijk het bestemmingsplan 'Landelijk Gebied'.
Het betreft een bedrijf waarvan het gebruik aansluit bij het agrarisch gebruik van de omliggende gronden. Het bedrijf sluit goed aan op de behoeften in het gebied. De ontwikkeling gaat niet ten koste van toekomstige grondgebonden landbouw, aangezien de betreffende locatie reeds is bestemd en feitelijk in gebruik is als tuincentrum respectievelijk als woning.