direct naar inhoud van 3.2 Rijksbeleid
Plan: Intratuin IJsselstein
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0331.01Intratuin-VG01

3.2 Rijksbeleid

Nota Ruimte (2006)

Het ruimtelijk beleid is op rijksniveau vastgelegd in de Nota Ruimte (2006). Hoofddoelstelling van deze nota is om ruimte te scheppen voor de verschillende ruimtevragende functies. Het beperkte oppervlak dat Nederland ter beschikking staat maakt het nodig dit op een efficiƫnte en duurzame wijze te doen en niet alleen in kwantitatieve, maar ook in kwalitatieve zin vorm te geven. Meer specifiek richt het beleid zich onder andere op:

  • versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland;
  • bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland;
  • borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden;
  • borging van de veiligheid.

Doelstellingen voor het ruimtelijk beleid die van belang zijn voor het landelijk gebied, zijn: ontwikkeling van natuur- en cultuurhistorische waarde en ontwikkeling van landschappelijke kwaliteit. De vitaliteit van het platteland wil het Rijk versterken door ruimte te bieden voor hergebruik van bebouwing en nieuwbouw in het buitengebied, vergroting van toeristisch-recreatieve mogelijkheden en door een duurzame en vitale landbouw. Vitale landbouw betekent bundeling van niet-grondgebonden landbouw en meer mogelijkheden voor een bredere bedrijfsvoering.

De Nota Ruimte gaat meer dan voorheen uit van het motto 'decentraal wat kan, centraal wat moet'. Gebiedsgerichte, integrale ontwikkeling waarin alle betrokkenen participeren wordt ondersteund. Hiermee wordt meer verantwoordelijkheid gelegd bij de provincie en gemeenten om te sturen in de ruimtelijke ordening.

Nationaal Landschap Groene Hart

Het plangebied is gelegen in het Nationaal Landschap Groene Hart. Dit nationaal landschap bestaat uit drie met elkaar samenhangende delen: het Hollands-Utrechts veenweidegebied, de 'waarden' en de plassen, met elk hun eigen kernkwaliteiten. De kernkwaliteiten van de 'waarden' (Alblasserwaard, Krimpenerwaard, Lopikerwaard), waarin het plangebied gelegen is, zijn de volgende:

  • verkavelingspatroon;
  • groen karakter door beplante dijken en kades;
  • grote mate van openheid.

De ontwikkeling zal niet leiden tot veranderingen in het verkavelingspatroon, aangezien de uitbreiding op het bestaande perceel tot stand komt. In de directe omgeving van het plangebied zijn geen beplante dijken of kades aanwezig, waardoor de ontwikkeling geen invloed heeft op het groene karakter hiervan. Het plan gaat uit van een beperkte uitbreiding van bestaande bebouwing. Het plangebied ligt op de rand van het stedelijk gebied naar het landelijk gebied. De uitbreiding van het tuincentrum zal plaatsvinden tegen de zuid/zuidwest- en noordwestzijde van de bestaande bebouwing aan. Aan de noord-, oost- en zuidzijde grenst het bouwperceel reeds aan bestaande bebouwing. De omgeving van het plangebied kent reeds een hoge mate van bebouwing. Door de uitbreiding wordt de mate van openheid daarom niet aangetast.

3.2.1 Conclusie

De gewenste ontwikkeling van het tuincentrum doet geen afbreuk aan de gewenste ontwikkeling zoals beschreven in de Nota Ruimte, waaronder de kernkwaliteiten van het Nationaal Landschap Groene Hart.